Honger naar liefde gaat over de onwaarschijnlijke invloed van hoe voedsel wordt geproduceerd, met liefde en aandacht omdat het anderen dient te voeden of dieren worden gehouden om het winst oogmerk maar de liefde ontbreekt. Liefde voed en ondersteunt de mens meer dan wij beseffen op velerlei gebied.
Honger naar liefde
Lang geleden las ik een boek van John Steinbeck, Tortilla Flat, waarin een onvergetelijke scène voorkomt over een arme Mexicaanse weduwe met zeven kinderen die alleen maar bonen eten. Ze verbouwen hun eigen bonen op het lapje grond bij hun huis en dat is het enige wat ze eten – ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds: bonen.
Dat doen ze al jaren en allemaal zijn ze kerngezond, met stralende ogen, glanzend haar, sterke tanden en nagels. Maar dan mislukt de bonenoogst en honger dreigt. Dorpsgenoten krijgen medelijden en komen etenswaren brengen: sla, tomaten en andere groenten, vlees, kaas, eieren, brood, kortom alles wat de dokter voorschrijft, wat de boneneters eigenlijk altijd al hadden moeten hebben. Prompt worden de kinderen ziek, hun haar valt uit, hun nagels breken, hun ogen staan dof en hun tanden gaan rotten. Niemand begrijpt er iets van, maar men begrijpt wel dat er bonen moeten komen, en die komen er dan ook, zakken vol. Terstond fleurt de hele familie op en wordt iedereen weer gezond en fit.
Volstrekt geloofwaardig verhaal, heb ik altijd gevonden. Sommige mensen eten de gekste dingen – alleen maar rauwe groenten en fruit, of alleen maar bruine rijst met zout, of klei, of duizend jaar oude eieren, slakken, vogelnestjes, of ze eten vrijwel niets – en blaken van gezondheid. Anderen eten regelmatig volgens de brave Schijf van Vijf en kunnen hun pink niet optillen, zo weinig energie hebben ze.
We eten om onze stof- en energiehuishouding op peil te houden, zeggen voedingsdeskundigen. Voedsel bevat brandstoffen en bouwstoffen – koolhydraten, eiwitten en vetten plus vitaminen en mineralen.
Er zijn kinderen die maandenlang achtereen bijna niets eten en toch groeien als kool
Die stoffen moet je gevarieerd en in de juiste verhoudingen binnenkrijgen om optimaal te functioneren.
Dat zal wel waar zijn. Maar mij doet het denken aan de stellige uitspraken van mijn ouders toen ik klein was. ‘Als je niet eet, ga je dood.’ zeiden die. (Honger geleden in de oorlog en zo). ‘Wil je groot en sterk worden? Eet je bord dan leeg.’
Het was waarschijnlijk goed bedoeld, maar nogal bezijden de waarheid. Er zijn kinderen die maandenlang achtereen bijna niets eten (ontdekte ik toen ik zelf kinderen had) – een halve boterham bijvoorbeeld, een paar hapjes vla en een partje appel per dag – en toch groeien als kool.
Er zijn verliefde jongelingen die zoals de Fransen zeggen, vivent de l’amour et de l’eau fraîche, leven van de liefde en fris water en ondertussen barsten van de energie en levenslust.
We zijn geen standaardmachines die je met de juiste hoeveelheid benzine, olie en koelwater aan de praat houdt. We zijn hoogst individuele organismen met hoogst individuele behoeften.
Eten bestaat niet alleen uit chemische componenten; het is meer.
‘Je eet aarde’ zei mijn spirituele leraar, de Australische mysticus Barry Long. ‘
Eten is ontmoeten, contact maken met de informatie die erin zit
Alles wat je eet en drinkt, is direct of indirect uit de aarde voortgekomen. Planten komen uit de aarde en vlees dus ook, want dieren eten planten. Alle voedsel bestaat uit aarde.
Zelfs spiritualiën, sterke drank, worden gemaakt op basis van graan of een andere aardse grondstof. Wat je eet, vormt je lichaam en dat bestaat dan ook uit aarde. Wij zijn aardlingen.’
Een visie met oude papieren. Volgens het bijbelboek Genesis schiep God de mens immers uit klei of stof: Adam betekent letterlijk aardling, gevormd uit grond. Eten verbindt ons elke dag opnieuw met moeder Aarde, waaruit ons lichaam is voortgekomen en waarnaar het terugkeert na onze dood.
Je relatie met de aarde beïnvloedt je voorkeur voor het voedsel dat je eet. Zelf eet ik bijvoorbeeld liever geen vlees, maar ik heb altijd met volle overtuiging karbonaadjes en speklapjes staan te bakken voor mijn zoon die er dol op is. Hij was zo’n typisch dromerig kind, met een enorme fantasie – volgens mij had hij de aarding van vlees nodig om een beetje steviger op de grond te staan met beide benen. Ik niet.
‘Je eet licht’ zeggen antroposofische voedseldeskundigen, en dat lijkt me een schitterende aanvulling op het voedsel-is-aarde-verhaal.
Kunstlicht levert voedsel op van inferieure lichtkwaliteit
‘Licht uit de kosmos, zonlicht. Planten transformeren het zonlicht tot voor ons eetbaar en verteerbaar licht.’ Zonlicht levert de energie die planten nodig hebben om koolzuurgas om te vormen tot stof, is de visie, en dat licht wordt daarmee ook opgeslagen in de plant. Bij het verteren komt het licht weer vrij, en het is onder andere de lichtkwaliteit van je eten die medebepaald hoe ge-zon-d het is. Kunstlicht levert dan ook voedsel op van inferieure lichtkwaliteit. Eten verbindt ons elke dag opnieuw met de zon en daarmee met de hele kosmos.
‘Eten is leren’ zegt bioloog Jan Diek van Mansvelt, voormalig bijzonder hoogleraar Alternatieve Landbouw aan Wageningen Universiteit, die ik ooit interviewde. ‘Het afbraakproces in je spijsvertering is tegelijkertijd een onderzoeksproces.
Als je vlees eet van beesten die een goed leven hebben gehad, krijg je een ander bericht dan als je vlees eet van beesten die hun leven lang vastgezeten hebben in een klein hok.
Net zoals je een voorwerp onderzoekt door het uit elkaar te halen, lees je als het ware het bericht dat je eten bevat door de voedingsstoffen af te breken.’ Eating is meeting zegt hij – eten is ontmoeten, contact maken met de informatie die er in het eten zit.
Uit de kool en de prei die je eet, lees je af hoe zij gegroeid zijn, hoeveel tijd zij gekregen hebben van de boer om rustig te rijpen (of hoe ze werden opgejaagd), hoe het weer was dat seizoen, hoe rijk en gezond het bodemleven was waarin ze zich ontwikkelden.
‘Als je vlees eet van beesten die een goed leven hebben gehad, krijg je een ander bericht dan als je vlees eet van beesten die hun leven lang vastgezeten hebben in een klein hok, nooit de zon en de maan en de sterren hebben gezien, nooit de wind en de regen hebben gevoeld, nooit fris gras hebben gegeten, niet hebben kunnen wroeten in de aarde.’
Eten verbindt ons elke dag opnieuw met het lot van het voedsel, met het verhaal in de planten en dieren zelf, de zorg en aandacht die ze ontvangen hebben. Fijnproevers kunnen die zorg en aandacht ook proeven. Toen de Kunsthal in Rotterdam afgelopen zomer een beurs organiseerde over goed en lekker eten – De Kunsthal Kookt – stond er in het bijbehorende programmablad een artikel over varkens die in Limburg door monniken worden gehouden, onder de naam LiVar. De monniken zijn overigens zelf vegetarisch; ze verzorgen de dieren alleen, met grote toewijding. Elke week worden er enkele volwassen exemplaren geslacht. Een bepaalde week was er iets mis met het vlees – het smaakte waterig en minder goed. Bij navraag bleek dat de jongen die normaal altijd de varkens ophaalde voor de slachterij, die week ziek was geweest. Hij was vervangen door een man die ruw en liefdeloos met zijn levende vracht was omgesprongen.
Als je het gebrek aan liefde bij het transport van slachtdieren bewust kunt proeven – zouden er dan niet ontzaglijk veel signalen uit ons voedsel door onze organen worden opgepikt, die onder de drempel van het bewustzijn blijven? Eten is organisch communiceren.
Eten verbindt ons met de wereld waarin we leven.
De kindertjes van de arme weduwe in Steinbeck’s boek waren knus en simpel verbonden met hun moeders bonentuin. Alle aarde, al het licht en alle informatie die ze nodig hadden, zaten daarin en ze gedijden er dus goed op. Ongetwijfeld bevatten de bonen ook een minimum aan brandstoffen en bouwstoffen, maar daar ging het niet om. De familie raakte ontregeld toen er plotseling een overvloed aan nieuwe informatie binnenkwam met het dorpsvoedsel, dat weliswaar veel meer voedingsstoffen bevatte maar ook vreemde, verwarrende verhalen.
De meesten van ons, in welvaart grootgebracht, zijn gewend aan complexe berichtgeving. Net zoals we enorme hoeveelheden geestelijke informatie kunnen verwerken zonder er gestoord van te worden (ook al zijn er grenzen), zo kunnen we ook enorm diverse berichten verwerken uit ons voedsel, dat van heinde en verre komt en de meest uiteenlopende signalen bevat. Het is waarschijnlijk zelfs goed voor je om organisch te communiceren met exotische producten uit verre landen; je hele lichaam weet dan dat je een wereldburger bent. Maar er zijn grenzen aan ons opnamevermogen. Als we teveel verwarrende verhalen eten, teveel vervreemding, teveel angstaanjagende berichten, raken we ontregeld.
Of misschien is het andersom en kunnen we vooral niet tegen een tekort – een tekort aan liefde en aandacht in ons eten.
Als voedsel onverschillig is geproduceerd, zonder zorg en aandacht voor het voedsel zelf en uitsluitend gericht op de winst die het de producent oplevert, dan bevat het eenvoudig te weinig liefde
Als het voedsel onverschillig is geproduceerd, zonder zorg en aandacht voor het voedsel zelf en uitsluitend gericht op de winst die het de producent oplevert, dan bevat het eenvoudig te weinig liefde. Als je een fijnproever bent proef je dit misschien zelfs af en toe – maar je spijsverteringsorganen lezen het altijd af.
Eten is je verbinden met de wereld om je heen en een ander woord voor verbinding is liefde.
Na je geboorte is je eerste tastbare ervaring van liefde de melk van je moeder – the milk of human kindness – de zoete, warme, vloeibare moederliefde die troostend en geruststellend je lijf in stroomt.
Lekker eten koken is voor veel mensen een manier om liefde en dankbaarheid tot uitdrukking te brengen.
Ben je een liefhebbend persoon en omringd door liefde, dan houd je het wel een poosje uit op liefdeloos fast food. Maar het is wel opvallend dat er zoveel mensen tegenwoordig teveel eten en dik worden. Zou een verklaring kunnen zijn dat ze te weinig liefde in hun voedsel tegenkomen en almaar blijven hunkeren naar liefde en aandacht, naar contact en communicatie? Hoe meer liefde er in ons eten zit, hoe minder we hoeven eten. Lisette Thooft. Bron: www.natuurdietisten.nl
Geef een reactie